De oude Bibliotheek
In 1908 schreef Vrijman een brief naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken, aan de heer Royer:”…Het huidige gebouw voor de Bibliotheek is ongeschikt voor zijne tegenwoordige bestemming en is voor dit doel ook niet geschikt te maken… Het geeft uit oogpunt van brandgevaar ernstige reden tot bezorgdheid…”De boekenschat van de Polytechnische School was tot dan toe in verschillende gebouwen ondergebracht en was onvoldoende toegankelijk voor studenten. In 1915 werd daarom op het voormalig exercitieterrein de Bibliotheek gebouwd. De inrichting was geheel in overeenstemming met de eisen van een, in die tijd, moderne bibliotheek. Alle boeken werden opgeborgen in een brandvrij magazijn. De Bibliotheek bestaat dan ook uit twee delen; een publiek hoofdgebouw en een boekenmagazijn.
Het magazijn van de Bibliotheek 's nachts (Folder Bibliotheek TU Delft)
Dit gebouw was het eerste in Nederland dat op deze manier werd ontworpen. Het gebouw is algemeen toegankelijk voor bezoekers, die de gelegenheid hebben tot het raadplegen van de literatuur in leeszalen. Op de ruime, monumentale uitleenhal komt een op zuilen gedragen galerij uit, die met kleinere zuilen de koepel draagt. De ramen zijn van gebrandschilderd glas en laten getemperd licht de ruimte invallen. De hoge bovenramen prijken met de namen van bekende ingenieurs van de verschillende afdelingen. De Bibliotheek moest het visitekaartje van de T.H. worden, het publieksgedeelte is dan ook in een veel uitbundiger stijl gebouwd dan het magazijn.
Het hoofdgedeelte is gebouwd in Neorenaissance stijl terwijl het magazijn meer een classicistische opzet heeft die geïnspireerd is door voorbeelden rond 1600 (binnen ontbreekt iedere vorm van ornamentering). De erkers van het magazijn waren niet voor de sier maar dienden als ruimten waar men de boeken van stof kon ontdoen. In verband met de soms hoge vloerbelasting en de brandveiligheid heeft Vrijman voor de draagconstructie de, voor die tijd, moderne materialen gewapend beton en staal gebruikt. Het gehele gebouw is nagenoeg brandvrij geconstrueerd, alle vloeren en de gewelven boven de hal en de grote leeszalen zijn in gewapend beton uitgevoerd, de trappen in graniet. De Bibliotheek moest de aanzet worden van het grote centrale T.H.-gebouw. Er werd echter besloten om de uitbreiding van de TH niet in de oude binnenstad maar aan de zuidzijde van de binnenstad te laten plaatsvinden, in de verder nog lege Wippolder. In 1923 liet Vrijman het gebouw voor Weg- en Waterbouwkunde aansluiten op de bibliotheek. In 1934 bouwde ingenieur Kammer aan de overzijde van de bibliotheek het waterloopkundig laboratorium. Beide gebouwen bevatten nu dependances van de Bibliotheek. Momenteel is de toekomst van dit schitterende gebouw nog onzeker. De Bibliotheek zal een nieuw onderkomen krijgen. Zodoende zal er een nieuwe bestemming voor het gebouw gevonden moeten worden. Ik ben van mening dat in dit gebouw bijvoorbeeld uitstekend “de discotheek van Delft” kan worden gehuisvest. Het zou zonde zijn als dit representatieve gebouw met zijn statige uitleenhal verloren gaat.
Bron: Architectuurarchief Technische Universiteit Delft. O. Macel e.a. 1994 ISBN: 90-5269-166-5
De Ingenieur
In het tijdschrift "De Ingenieur" (1915 nr. 42 blz 858-859) staat één van de toespraken die is gehouden bij de opening van de bibliotheek door de voorzitter van het college van curatoren, dhr. J.L. Cluysenaer.
Als u dit wil lezen moet u hier even klikken.